Ondernemerschap
Vooraf wisten we al dat deze lesdagen in het teken zou gaan staan van ondernemen en ondernemerschap. Een belangrijk onderdeel in de 21e eeuw, het wordt steeds belangrijker om zelf te ondernemen en jezelf ‘uniek’ te maken op de arbeidsmarkt. Ook is het belangrijk voor de ontwikkeling van het onderwijsconcept, om tot een vernieuwend product te komen.
Vandaag kregen we gastles van Josje Hardeman van stichting Eduventure. Ze had een presentatie voorbereid over ondernemerschap. Iets wat in het huidige, veranderende onderwijs steeds meer van belang is.
Ondernemerschap
Josje vertelde dat er drie soorten ondernemerschap zijn:
Persoonlijk ondernemerschap: Steeds meer professionals kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap. Persoonlijk ondernemerschap is een bron van materiële, sociale en spirituele rijkdom. Het verrijken van persoonlijk ondernemerschap is een investering in jezelf en in anderen. Het gaat er dus om hoe je jezelf wil ontwikkelen of ontwikkeling door wil maken bij een bedrijf. Het is hierbij van belang dat je een doel stelt en in jezelf investeert.
Intern ondernemerschap: Intern ondernemerschap betreft de werkhouding en het gedrag van medewerkers waarbij zij kansen zien om zaken op een nieuwe of andere manier te doen, de kansen omzetten in praktische oplossingen met als doel voor klanten resultaten te boeken. Intern ondernemerschap heeft betrekking op medewerkers in alle lagen van de organisatie.
Extern ondernemerschap: Bij extern ondernemerschap ben je zelf businessowner en hebt eventueel mensen in dienst. Je zorgt er voor dat je mensen op een goede manier aanstuur en gemotiveerd krijgt.
‘Golden Circle’
De Golden Circle is een denkmodel dat door Simon Sinek is ontwikkeld. Dit model is opgezet naar aanleiding van zijn onderzoeken naar het succes van de meest invloedrijke leiders en bedrijven ter wereld. Sinek ontdekte dat achter succesvolle merken allemaal dezelfde manier van denken, handelen en communiceren ten grondslag ligt, die compleet tegenovergesteld is van hoe de meerderheid denkt, handelt en communiceert (Eurib, 2010).
Vandaag kregen we gastles van Josje Hardeman van stichting Eduventure. Ze had een presentatie voorbereid over ondernemerschap. Iets wat in het huidige, veranderende onderwijs steeds meer van belang is.
Ondernemerschap
Josje vertelde dat er drie soorten ondernemerschap zijn:
Persoonlijk ondernemerschap: Steeds meer professionals kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap. Persoonlijk ondernemerschap is een bron van materiële, sociale en spirituele rijkdom. Het verrijken van persoonlijk ondernemerschap is een investering in jezelf en in anderen. Het gaat er dus om hoe je jezelf wil ontwikkelen of ontwikkeling door wil maken bij een bedrijf. Het is hierbij van belang dat je een doel stelt en in jezelf investeert.
Intern ondernemerschap: Intern ondernemerschap betreft de werkhouding en het gedrag van medewerkers waarbij zij kansen zien om zaken op een nieuwe of andere manier te doen, de kansen omzetten in praktische oplossingen met als doel voor klanten resultaten te boeken. Intern ondernemerschap heeft betrekking op medewerkers in alle lagen van de organisatie.
Extern ondernemerschap: Bij extern ondernemerschap ben je zelf businessowner en hebt eventueel mensen in dienst. Je zorgt er voor dat je mensen op een goede manier aanstuur en gemotiveerd krijgt.
‘Golden Circle’
De Golden Circle is een denkmodel dat door Simon Sinek is ontwikkeld. Dit model is opgezet naar aanleiding van zijn onderzoeken naar het succes van de meest invloedrijke leiders en bedrijven ter wereld. Sinek ontdekte dat achter succesvolle merken allemaal dezelfde manier van denken, handelen en communiceren ten grondslag ligt, die compleet tegenovergesteld is van hoe de meerderheid denkt, handelt en communiceert (Eurib, 2010).
Hieronder zie je de verschillende schillen uit de Golden Circle verklaard, dit wel binnen een ‘onderwijscontext’.
Why? : Vision à waarom zet je in op ondernemerschap?
How? : Tactics à leeractiviteiten, hoe te realiseren?
What? : strategy à hoe ga je dit vormgeven? Richt de leeromgeving en prikkel de leerlingen.
Vervolgens mochten we zelf aan de slag met ons onderwijsconcept dat we voor ogen hadden. In een groep van vier gingen we aan de slag met de plannen/ideeën die we hadden. We deden dit aan de hand van het model van Simon Sinek, zodat we onze ideeën volgens die structuur konden vormgeven. Dit is ook zichtbaar op de onderstaande foto.
Kansdenken: 3 succesfactoren
Na de theorie over de Golden Circle gingen we verder met de drie succesfactoren van kansdenken. Wanneer je deze drie succesfactoren volgt, is de kans groot dat je product slaagt. Omdat je werkt vanuit de behoefte die belangrijk in de maatschappij zijn.
De 3 succesfactoren zijn:
1. Toegevoegde waarde;
2. Staat de doelgroep centraal.
3. Haalbaarheid;
Toegevoegde waarde
Deze factor bestaat uit twee delen, namelijk vormgeving en functionaliteit
Bij vormgeving moet je denken aan: materiaal, maat, vorm, kleur, stijl, presentatie etc.
Men moet bij functionaliteiten denken aan: toepassing, gebruik, ergonomie, probleemoplossend etc.
Staat de doelgroep centraal
Ook deze factor wordt opgedeeld in twee delen, dit zijn relevantie en adresseren.
Relevantie à Inleving in de behoefte van een doelgroep.
Adresseren à ‘If you cannot define them, you cannot find them’. Vrij vertaald ‘Als je ze niet kunt definiëren, kan je ze niet vinden’. Dus het is van belang dat je de doelgroep voor ogen hebt en hier op inspeelt.
Haalbaarheid:
Hier wordt gekeken naar of het product/project dat je hebt wel haalbaar is. Lukt het om het product succesvol te produceren en wordt er rekening gehouden met alle factoren die van belang zijn. Enkele van dit soort factoren zijn:
· Productieproces;
· Verpakking;
· Gebruiksaanwijzing;
· Veiligheidseisen;
· Kosten en kwaliteit;
· Risico’s.
Business Model Canvas
Ten slotte gingen we aan de slag met een eigen business model canvas. Een blad waarmee je in stappen na kan denken over je project en product. Hieronder zie je mijn ‘Business Model Canvas’.
Na de theorie over de Golden Circle gingen we verder met de drie succesfactoren van kansdenken. Wanneer je deze drie succesfactoren volgt, is de kans groot dat je product slaagt. Omdat je werkt vanuit de behoefte die belangrijk in de maatschappij zijn.
De 3 succesfactoren zijn:
1. Toegevoegde waarde;
2. Staat de doelgroep centraal.
3. Haalbaarheid;
Toegevoegde waarde
Deze factor bestaat uit twee delen, namelijk vormgeving en functionaliteit
Bij vormgeving moet je denken aan: materiaal, maat, vorm, kleur, stijl, presentatie etc.
Men moet bij functionaliteiten denken aan: toepassing, gebruik, ergonomie, probleemoplossend etc.
Staat de doelgroep centraal
Ook deze factor wordt opgedeeld in twee delen, dit zijn relevantie en adresseren.
Relevantie à Inleving in de behoefte van een doelgroep.
Adresseren à ‘If you cannot define them, you cannot find them’. Vrij vertaald ‘Als je ze niet kunt definiëren, kan je ze niet vinden’. Dus het is van belang dat je de doelgroep voor ogen hebt en hier op inspeelt.
Haalbaarheid:
Hier wordt gekeken naar of het product/project dat je hebt wel haalbaar is. Lukt het om het product succesvol te produceren en wordt er rekening gehouden met alle factoren die van belang zijn. Enkele van dit soort factoren zijn:
· Productieproces;
· Verpakking;
· Gebruiksaanwijzing;
· Veiligheidseisen;
· Kosten en kwaliteit;
· Risico’s.
Business Model Canvas
Ten slotte gingen we aan de slag met een eigen business model canvas. Een blad waarmee je in stappen na kan denken over je project en product. Hieronder zie je mijn ‘Business Model Canvas’.
Op het blad komen de volgende onderwerpen in deze volgorde aanbod:
1. Doelgroep: Wie zijn jullie klanten, wie gaat jullie product kopen, en waar vind je
deze mensen?
2. Aanbod. Wat is jullie idee voor een product of dienst en wat maakt het bijzonder
voor de doelgroep?
3. Benodigdheden: Wat hebben jullie nodig om te zorgen dat de producten klaar
zijn voor de verkoop?
4. Kosten: Welke kosten denk je te gaan maken?
5. Opbrengsten: Welke prijs heeft jullie product? Hoeveel producten willen jullie
gaan verkopen?.
6. Klantrelaties: Aan wie zou je allemaal willen laten weten dat je een goed product
hebt bedacht? Hoe pakken jullie dit aan? Hoe krijg je aandacht?
7. Verkoopkanalen: Hoe zorg je dat je gaat verkopen? Via welke kanalen? Op
welke plaatsen? Op welke momenten?
8. Samenwerkingspartners: Zijn er nog andere mensen, bedrijven of organisaties
die kunnen en willen helpen of die je zeker nodig hebt om het plan te laten slagen?
9. Belangrijkste activiteiten: Wat moet je doen voordat je aan de verkoop toe
bent? Wat is urgent? Wie doet wat?
Mijn onderwijsconcept
Wat ik als onderwijsconcept voor ogen heb is het organiseren van themamiddagen, waarbij ik de kinderen enkel laat werken met laptops/tablets. Dit doe ik omdat mijn stageschool volgend jaar met twee ‘tabletklassen’ wil starten. Op deze manier wil ik ervaren hoe dit gaat en kan ik een ‘didactisch plan’ opstellen voor de school.
Balans van de dag
Vandaag zijn we vooral bezig geweest met het ‘zakelijk’ kijken naar concepten. Dit heeft me nieuwe inzichten gegeven, omdat er anders wordt gekeken dan in het onderwijs. Daarbij heb ik ook kennis gemaakt met een aantal nieuwe modellen die ik kan hanteren om mijn projecten te laten slagen. In het vervolg ga ik vaker denken vanuit deze zakelijke invalshoek.
Bronnen:
Eurib (2010). De Golden Circle. Rotterdam: Eurib
Sinek, S. (2009). Start with why: How Great Leaders Inspire Everyone to Take Action. New York: Penguin Books USA.
1. Doelgroep: Wie zijn jullie klanten, wie gaat jullie product kopen, en waar vind je
deze mensen?
2. Aanbod. Wat is jullie idee voor een product of dienst en wat maakt het bijzonder
voor de doelgroep?
3. Benodigdheden: Wat hebben jullie nodig om te zorgen dat de producten klaar
zijn voor de verkoop?
4. Kosten: Welke kosten denk je te gaan maken?
5. Opbrengsten: Welke prijs heeft jullie product? Hoeveel producten willen jullie
gaan verkopen?.
6. Klantrelaties: Aan wie zou je allemaal willen laten weten dat je een goed product
hebt bedacht? Hoe pakken jullie dit aan? Hoe krijg je aandacht?
7. Verkoopkanalen: Hoe zorg je dat je gaat verkopen? Via welke kanalen? Op
welke plaatsen? Op welke momenten?
8. Samenwerkingspartners: Zijn er nog andere mensen, bedrijven of organisaties
die kunnen en willen helpen of die je zeker nodig hebt om het plan te laten slagen?
9. Belangrijkste activiteiten: Wat moet je doen voordat je aan de verkoop toe
bent? Wat is urgent? Wie doet wat?
Mijn onderwijsconcept
Wat ik als onderwijsconcept voor ogen heb is het organiseren van themamiddagen, waarbij ik de kinderen enkel laat werken met laptops/tablets. Dit doe ik omdat mijn stageschool volgend jaar met twee ‘tabletklassen’ wil starten. Op deze manier wil ik ervaren hoe dit gaat en kan ik een ‘didactisch plan’ opstellen voor de school.
Balans van de dag
Vandaag zijn we vooral bezig geweest met het ‘zakelijk’ kijken naar concepten. Dit heeft me nieuwe inzichten gegeven, omdat er anders wordt gekeken dan in het onderwijs. Daarbij heb ik ook kennis gemaakt met een aantal nieuwe modellen die ik kan hanteren om mijn projecten te laten slagen. In het vervolg ga ik vaker denken vanuit deze zakelijke invalshoek.
Bronnen:
Eurib (2010). De Golden Circle. Rotterdam: Eurib
Sinek, S. (2009). Start with why: How Great Leaders Inspire Everyone to Take Action. New York: Penguin Books USA.